Ik wil het geloof houden dat het anders kan

De troonrede van Anneriet Rueck

Anneriet Rueck (62) heeft al het nodige gezien en meegemaakt. Uit eigen ervaring weet ze hoe belangrijk het is dat kinderen aandacht en zorg krijgen en leren dat niet alles hoeft te blijven zoals het is. Dat geldt volgens haar ook voor Moerwijk waar ‘de knop’ om moet én kan.


 

Heel bewust heeft Anneriet vijf jaar geleden ervoor gekozen met haar man Willem naar Moerwijk te verhuizen. Op de veertiende etage van een flat in het Willem Dreespark heeft ze het prima naar haar zin. Bovendien heeft ze een uitzicht om ‘u’ tegen te zeggen. Aan de ene kant ziet ze de haven van Pernis, de andere zijde toont zo’n beetje de hele skyline van Den Haag. “Ik heb eigenlijk altijd in zulke wijken gewoond, in de Schilderswijk en Transvaal. Natuurlijk gaat het er in de Vogelwijk of Marlot anders aan toe, maar ik wil affiniteit houden met mensen. Dat heb je naar mijn idee meer in wijken als Moerwijk en de Schilderswijk”.

‘Deze wijk is niet minder dan andere, dat zouden alleen meer mensen zo moeten gaan voelen’

Anneriet werkt ruim veertig jaar in de zorg. Eerst als gezinshulp, later als bejaardenverzorgster. Vijftien jaar geleden is ze daarmee gestopt. Het werk werd fysiek te zwaar. Sindsdien ontfermt ze zich als thuisbegeleider over ‘mensen met problemen’. “Dat kunnen verslaafden zijn of iemand anders die zichzelf helemaal verwaarloost. Ik help ze met dagelijkse dingen als de administratie. Mentaal is dat best zwaar, toch ervaar ik dat niet zo. Ik vind het heel fijn om te zien wanneer het iemand lukt zijn leven op de rails te krijgen. Al is het soms ook een kwestie van voorkomen dat iemands situatie verslechtert. Ook dat is de moeite waard”.

Haar voorliefde voor het werken met kinderen is Anneriet nooit kwijtgeraakt. In de wijken waar ze woonde, deed ze naast haar baan veel aan vrijwilligerswerk in buurthuizen. “We namen kinderen mee op kamp. Soms mochten Marokkaanse en Turkse kinderen niet mee, maar daar liet ik het niet bij zitten. Ik ging bij die gezinnen langs om te proberen de kinderen toch mee te krijgen omdat ik het belangrijk vond dat ze met andere kinderen een leuke tijd zouden hebben. Zo ontstond een club. Elke week organiseerden we minstens één activiteit voor de kinderen. We gingen bijvoorbeeld met ze knutselen, schaatsen en zwemmen. Allemaal met als doel te laten zien dat er meer is in de wereld en dat je je kunt ontwikkelen”.

Omslag

Nog altijd krijgt Anneriet reacties op die activiteiten, via Facebook en op straat. “Daar zaten soms echt schoffies bij, maar het is heel leuk om te horen dat ze er nog steeds met veel plezier aan terugdenken. Laatst kwam ik een jongen tegen, inmiddels zelf vader, die tegenwoordig opbouwwerker is. Bij hem is de knop omgegaan, daar ben ik heel blij om”.

Zo’n ommekeer wenst Anneriet ook Moerwijk toe. “Mensen hier hebben veel commentaar en op sommige punten snap ik dat ook. Als ik in Loosduinen kom, waar ik werk, zie ik dat straten en plantsoenen er veel beter worden schoongemaakt. Waarom kan dat niet ook in Moerwijk? Het effect is namelijk dat het erger wordt. Deze wijk is niet minder dan andere, dat zouden alleen meer mensen zo moeten gaan voelen”.

Het minderwaardigheidscomplex dat Anneriet schetst, kan volgens haar het beste met optimisme worden bestreden. “Wat dat betreft ben ik best een softie… Ik ben absoluut geen wereldverbeteraar, maar ik wil geloof houden dat het ook anders kan, dat Moerwijk kan veranderen”.

Een van de punten waar Anneriet zich hard voor maakt, is dat Moerwijkers op een socialere manier met elkaar samenleven. Dat merken ook de medebewoners van haar flat. “Ik vind het belangrijk dat je op een normale manier met elkaar omgaat. Natuurlijk hoef je als buren niet de deur bij elkaar plat te lopen, maar je moet er wel voor elkaar zijn. Zo had mijn Marokkaanse buurvrouw een tijdje terug paniek omdat ze zonder licht zat waarop ik besloot naar haar toe te gaan om haar te kalmeren. Daar zijn we nou buren voor! Ook ben ik iemand die iedereen groet die ik in de lift tegenkom. Sommigen schrikken daarvan, maar ik blijf het doen: op een gegeven moment zeggen mensen ook gedag terug!”.

‘In de lift blijf ik iedereen groeten: Op een gegeven moment zeggen mensen ook gedag terug!’

Fotografie: Roos Koole